De weg...

Ik ben de Weg ...        (Joh. 14,6)


"Kunt u mij de weg wijzen tot Christus?"
vroeg een jonge man eens aan een pater.
"Nee", antwoordde deze lachend, "dàt kan ik niet".
"En u bent priester", verbaasde de jonge man zich.
"Inderdaad, maar wat u me vraagt, kan ik niet".
"Maar waarom dan niet?" vroeg de jongen.
"Doodeenvoudig, omdat er geen weg tot Christus is, mijn vriend.
Want Hij is zelf de Weg. Hij staat vlak bij je.
Doe één stap en je bent 'op de Weg'."
Zo is het werkelijk.
De vraag van deze jongeman was het bewijs, dat hij al op de weg was, want zijn verlangen naar Jezus was niet zíjn werk, maar het werk van Gods Geest.
Zodra je je handen wilt vouwen tot gebed, ben je al op de Weg.